De drie kruiwagens (Dirksland)

Bietenstort Dirksland 005 (Small)Michel Snoep ontwierp het kunstwerk De Drie Kruiwagens op de bietenstortplaats aan de Westhavendijk te Dirksland. Eén kunstobject, bestaande uit drie kruiwagenfiguren die elk in een andere positie staan, op deze manier de dynamiek van de landbouw symboliserend.

De suikerbietenfiguren in de zijkanten van de kruiwagens herinneren aan het laden en  lossen vansuikerbieten, dat hier in het verleden handmatig, met kruiwagens, plaatsvond. Het kunstwerk werd vervaardigd door constructiebedrijf De Roon te Dirksland en is van roes

Bietenteelt op Goeree-Overflakkee
De bietenteelt kwam in Nederland pas laat op gang. Suiker was een luxeproduc. De eerste suikerfabriek, in Zevenbergen, dateert van 1858. In die tijd kwam ook op Goeree-Overflakkee de teelt goed op gang. Aanvankelijk werd om de zes à zeven jaar bieten geteeld op hetzelfde stuk grond. Vaker telen op hetzelfde perceel was niet mogelijk vanwege het cystenaaltje. Door grond- en zaadverbetering is het nu mogelijk eens in de vier jaar bieten te verbouwen op hetzelfde perceel.

Het gewas werd in maart of april gezaaid, afhankelijk van de weersgesteldheid. Na zo’n vier à vijf weken werd het gewas gedund, zodat er gemiddetend materiaal, cortenstaal, gemaakt. Als er eenmaal roest is gevormd, beschermt dit tegen verdere erosield op elke 16 centimeter een plantje kwam te staan. Het wieden gebeurde met de hand. Arbeiders namen soms een perceel aan om het gedurende het groeiseizoen te onderhouden. Later – na de Tweede Wereldoorlog kwam de mechanisatie – namen machines dit en ander werk over.

Het oogsten begon rond 20 september. Met de riek, later met de tang, een apparaat dat de biet in zijn geheel uit de grond haalde, weer later met een machine die de biet uit de grond lepelde en uiteindelijk met de oogstmachine.

Bietenstort Dirksland 009 (Small)

De bieten werden met de hand op een kar geladen, met de riek. Met paard en wagen bracht men de oogst naar losplaats op de kade. Op de losplaats, bij de weegbrug, nam de agent van de fabriek een monster om de kwaliteit te bepalen. Vervolgens werden de bieten in een kruiwagen geschept en zo in het schip geladen. Het schip bracht de lading naar een suikerfabriek van VCS in Stampersgat, Roosendaal of Zevenbergen, of van de CSM in Oud-Beijerland of Steenbergen.

De fabriek maakte suiker van de bieten. De pulp werd verkocht als veevoer. Na de aanleg van de Haringvlietbrug en de Haringvlietsluizen vervoerde men de bieten per vrachtauto naar de fabriek.